Het mannetje van de prieelvogel bouwt een prieel van gras en strootjes. Daarvoor rangschikt hij voorwerpen: slakkenhuisjes, steentjes, bessen, enz. Het vrouwtje komt en inspecteert het prieel. Vindt ze het mooi, dan gaan ze samen verder. Als ze niet tevreden is, vliegt ze weg.
De prieelvogel inspireerde mij om een ingang te maken met een berceau (tunnel van bomen) en spiegels, die mensen zou uitnodigendoor door deze ingang binnen te komen.